Het gemis

Cassidy - Het gemis

1 week voor het kerstbal

Vandaag was zo'n dag dat Cassidy gewoon al de hele dag in een pesthumeur was, niet precies wetend waarom, maar het was gewoon zo. Geïrriteerd zat ze dan ook in de les Toverdranken, en had moeite zich te concentreren op wat er gezegd werd, maar schreef hoe dan ook mee. Het was de laatste les van de dag, een die twee uur duurde, omdat de school het blijkbaar leuk vond om Cassie dood te vervelen met twee uur lang dezelfde docent te moeten aanhoren. Toen de bel ging die het einde van les aankondigde sloeg ze haar boeken dicht, en hoorde nog net wat het huiswerk zou zijn voor het weekend, waarna ze in een sneltrein vaart het lokaal verliet en naar de toren vertrok waar haar leerlingenkamer zich bevond, eenmaal daar gekomen sprak ze het wachtwoord als een fluistering uit en ging het portretgat binnen. Ze legde haar tas op haar bed, en kleedde zich snel om in haar gewone kleding alvorens ze weer naar beneden liep om haar weg voort te zetten naar de Grote Zaal voor het diner. "Hey Mini, kom eens hier." riep haar neef, naar haar en ze zuchtte, maar draaide zich om. "Wat?" antwoordde ze dan ook terwijl ze naar hem toeliep. "Wat is er met je aan de hand, dvoyurodnaya sestra*?" vroeg hij haar dan ook, en sprak het laatste woordje in het Russisch, een woordje dat ze zowaar begreep. Haar neven en haar tevens haar nicht Amalia spraken soms in het Russisch enkele woordjes of in het Italiaans, tegen zowel haar als Jordan, vaak als ze niet wilden dat anderen begrepen wat ze zeiden tegen hen.  

Ze wist niet goed of ze het hem wel moest vertellen, maar besloot het toch maar te doen, hij zou haar anders de rest van de avond niet met rust gaan laten, of erger nog een briefje naar Jordan gaan sturen om haar aan het praten te krijgen. "Ik heb gewoon mijn dag niet, Mitya." zei ze dan ook, ietwat teneergeslagen. Waarna ze zicht opnieuw omdraaide om weg te lopen. "Dvoyurodnaya sestra? Je weet dat je altijd met mij of Ilari kan praten hè?" zei hij vervolgens, waarop ze haar hoofd nog een omdraaide en knikte en haar weg vervolgde, een bezorgde Mitya achterlatend. Met haar gezicht op onweer liep ze dan ook naar de Grote Zaal en plofte iets luider neer dan ze bedoeld had op de bank en wachtte af tot het eten verscheen, toen Angelique naast haar plaats nam en haar vrolijk begroette, vrolijker dan Angelique gewoonlijk was, gromde Cassie een gedag waarop ook Angelique haar bezorgd aankeek. "Is alles wel oké, Cassidy?" vroeg ze dan ook, op een bezorgde toon, waarop Cassie haar kort aankeek. "Ja, gaat prima, heb mijn dag niet." was alles wat ze zei, met een ongemeende glimlach op haar gezicht, hoewel ze wist dat Angelique het niet als ongemeend zou herkennen, probeerde Cassidy dan ook iets vrolijker te doen, tot Angelique haar verhaal begon. "Oh Cassidy, kijk dan!" begon het meisje overenthousiast, waarop Cassie keek naar wat het meisje haar liet zien, het was een prachtige goudkleurige horloge. "Geheime aanbidder?" vroeg Cassidy met een humorloze lach, waarop Angelique haar hoofd schudde. "Mijn vader stuurde mij die, als vervroegd verjaardagscadeau." vervolgde het meisje haar verhaal, hoewel Cassie niets meer gehoord had nadat Angelique het woord vader uitgesproken had, een gevoel van jaloezie was als een mokerhamer op haar ingeslagen, maar ze begreep niet waarom, haar gezicht was van een als onweer omgeslagen, naar een die bij een verkeerd grapje in huilen kon uitbarsten, maar waarom begreep ze totaal niet.

"Ik.. euh... Ik moet gaan." zei ze met moeite, de trek die ze had was compleet verdwenen en ze stond op terwijl ze met haar ogen naar het vertrouwde gezicht van haar broer zocht, een aanblik van haar broer wist haar altijd wat te kalmeren, maar op het moment was hij nergens te vinden, dus besloot ze voor haar tweede optie te gaan, naar buiten. Niet opmerkend dat ze Ilari haast van zijn sokken afliep toen ze naar buiten stormde, keek hij haar zowaar nog bezorgder na. Eenmaal buiten haalde ze diep adem, en begon haar wandeling, in de hoop dat het haar zou kalmeren, niet wetende dat er iets zou gaan gebeuren dat haar wellicht in een paniekstand zou laten schieten.

Het was stil op het terrein, op het geluid van haar voetstappen in de sneeuw na, de buitenlucht leek zijn werk te doen, weliswaar langzaam, maar het werkte en ze merkte dat haar humeur langzaamaan wat beter werd. Ze kwam aan het bij het meer en wilde net aan een rondje om het meer beginnen toen ze een wel heel bekende stem hoorde schreeuwen. "PAPAAAAAAAAAA...." had Dan's stem geklonken, niet goed wetend wat ze moest doen, snelde ze toch maar op het geluid van zijn stem af, tot ze halt hield voor een hoopje verdriet dat haar oudere broer was.

"Dan?" begon ze wat onzeker, waarna ze op haar hurken zakte, aangezien haar broer opgerold in de sneeuw lag, huilend nog wel. "Dan, wat is er?" vroeg ze, toen ze nog geen reactie van haar broer gehad in lichte paniek. "Moet ik iemand halen?" ging ze rap verder, toen ze geen beweging zag, en enkel opnieuw een gepijnigde schreeuw uit zijn mond hoorde komen. "Papa is dood, Dan. Hij hoort je niet, dat weet je toch?" zei ze vervolgens, toen ze de schreeuw in haar hoofd ontcijferd had en legde dan ook langzaam haar hand op zijn bovenarm en rammelde voorzichtig aan hem, iets dat hem uit zijn trance leek te halen. "Cassie? Wat doe jij hier?" klonk zijn stem, gebroken, schor en zijn snikken ontging haar al helemaal niet. "Ik hoorde je om vader schreeuwen. Wat is er met je Dan?" vroeg ze dan ook ietwat verward, waarop Jordan haar op een voor haar rare manier aan keek. Hij keek wat doelloos om zich heen, terwijl het erop leek dat hij zich probeerde te bedenken hoe hij dit aan haar zou brengen, terwijl ze ook zijn hand over zijn gezicht zag wrijven.

"Ik begrijp nu wat tante bedoelde toen ze zei dat ik moest durven mijn gevoelens toe te laten, ik denk dat dat net gebeurd is." zei hij met een nog steeds gebroken stem, en klonk vermoeid. Ze schudde haar hoofd in verwarring. "Hoe, wat.... Wat bedoel je Jordan?" vroeg ze dan ook verward, waarop ze hem hoorde zuchten, ergens had haar broer wel verwacht dat zij het niet zou begrijpen. Ze wist niet beter dan dat dood ook echt dood was, en had zich er langzaam bij neergelegd dat haar vader niet meer terug zou komen, maar er nu nog om huilen ging toch echt boven haar bedshow. "Laat maar, je zal het als je ouder bent wel gaan begrijpen." zei hij dan ook, terwijl ze hem beduusd aan keek. "Ik ben niet dom hoor, Dan. Dood is dood, papa komt nooit meer thuis. Ik heb me daarbij neergelegd, en huil er ook niet meer om, waarom huil jij er in Merlijnsnaam nog om, het is al zo lang geleden." zei ze dan ook alsof het de enige verklaring ervoor was. "Ja, Cassie, ik weet ook wel dat Pa niet meer terug komt, maar dat neemt niet weg dat ik hem niet kan missen, of dat jij hem niet kan missen. Bij Merlijnsbaard Cassie, mis je papa niet dan?" zei haar broer ietwat gefrustreerd tegen haar, waarop hem opnieuw verward aankeek. "Moet ik hem missen dan?" was haar antwoord dan ook, terwijl ze probeerde te snappen wat hij precies bedoelde met missen, iets dat ze toch nog echt niet leek te begrijpen. Blijkbaar was haar antwoord voldoende voor haar broer om nogmaals te zuchten en langzaam overeind te komen. Ze bekeek hem eens beter, hij zag er daadwerkelijk waardeloos uit. "Als je ouder bent, zal je het begrijpen, Cassie, echt heus waar." zei hij dan ook en gaf haar een knuffel, waarna hij haar daar verdwaasd achter liet.

Nog steeds in gedachten over wat missen nu precies inhield had ook Cassidy haar weg terug gevonden naar het kasteel, toen ze eenmaal het kasteel binnen gelopen was liep ze tegen een harde muur aan en viel achterover. "Auw." bracht ze dan ook uit en keek omhoog, haar neven stonden tegenover haar met een bezorgde blik in hun ogen. "Gaat het wel, dvoyurodnaya sestra?" zeiden ze dan ook in koor, waarop ze hen kort aankeek, waarna ze voorzichtig overeind kwam. "Nee." Klonk haar stem, piepklein. Zowel Mitya als Ilari gaven haar een knuffel, waarna ze in tranen uitbarstte. "Het komt goed, Mini." zei Ilari zachtjes, terwijl ze nog steeds huilde, niet begrijpend waarom. "W... Wat... Wat is iemand missen?" vroeg ze vervolgens snikkend en hikkend. Waarop Mitya en Ilari elkaar aan keken, wetend dat het niet aan hun was haar dit uit te leggen, maar ergens hadden ze het gevoel dat hun nichtje kort daarvoor met hun neefje gesproken had, daar ze hem eerder binnen hadden zien komen met rode ogen en een nat gezicht, ze wisten dat hij altijd moeite gehad had met de dood van hun vader, maar dat hadden ze bij Cassie nooit gemerkt. "Dvoyurodnaya sestra... Ik..." begon Mitya, denkend hoe hij dit aan zijn huilende nichtje moest vertellen. "Ya dumayu, eto ne nashe delo, chtoby skazat' vam**, het spijt me, Mini." sloot Mitya zijn woorden af. Omdat er aantal schoolgenoten voorbij gelopen waren toen Mitya aan het woord was, had hij besloten om het maar in het Russisch uit te spreken, zodat niet de hele school wist waar ze over spraken. "Jullie ook al..." klonk haar stem, klein en ietswat gebroken. "Waarom wil niemand mij iets fatsoenlijk uitleggen. Of ik krijg te horen je begrijpt het wel als je ouder bent, of ik krijg jouw antwoord!" begon ze ietswat geïrriteerd, terwijl de tranen nog steeds over haar wangen liepen. "Ik ben niet dom!" zei ze dan ook vervolgens, waarna ze zich los wurmde uit de omhelzing van haar neven en naar de leerlingenkamer sprintte en gelijk in een ruk doorliep naar de slaapzaal en die deur met luide knal dichtsloeg en zich huilend op bed liet vallen.

*Dvoyurodnaya sestra = Nichtje
** Ya dumayu, eto ne nashe delo, chtoby skazat' vam = Ik denk dat het niet onze plek is om het je te vertellen.